Bloemdieren

DodemansduimDodemansduim. Let op de 8 tentakels
 Deling bij een anjelierDeling bij een anjelier
 Veld anjelierenVeld anjelieren
 Slibanemoon in verschillende kleurenSlibanemoon in verschillende kleuren
 PaardenanemoonPaardenanemoon
 Vlammenspel op ZeedahliaVlammenspel op Zeedahlia

Neem vaker een bloemetje mee. Met deze slagzin probeert de detailhandel ons al jarenlang te bewegen om vooral eens een bloemetje voor vriendin, vrouw, moeder of wie dan ook mee te nemen. Als duiker beperken we ons natuurlijk alleen tot kijken naar anjelieren, dahlia?s, anemonen of rozen, wat niet eens planten maar werkelijk dieren zijn.

Als ik tijdens fotopresentaties bij de bloemdieren ben aangekomen, zie ik vaak ongelovige gezichten in de zaal. Ten eerste dat al dat moois in onze Oosterschelde is waar te nemen, en ten tweede dat het hier geen planten maar dieren betreffen. Ook menig beginnend duiker zal de vergissing nog wel eens maken, door vergeefs naar afbeeldingen van onderwaterplanten te zoeken, om de waarnemingen te determineren.

De Bloemdieren (Anthozoa) zijn een van de vier klassen in de stam der Neteldieren(Cnidaria). De overige drie klassen zijn de schijfkwallen (Scyphozoa), waartoe bijvoorbeeld de Oorkwal en Kompaskwal horen, de Hydroïdpoliepen en Buiskwallen (Hydrozoa), met bijvoorbeeld de Tubularia larynx en T. indivisa en als laatste de klasse der Zeewespen, welke niet in Nederland voorkomen.

Neteldieren bestaan over het algemeen uit een maagholte (gastrale holte) welke via een opening die als mond en anus dienst doet via de slokdarm met de buitenwereld in contact staat. Om deze mondopening bevinden zich één of meerdere tentakelkransen, welke voorzien zijn van netelcellen. Deze netelcellen dienen zowel voor het verdoven van prooidieren, maar ook als verdedigingswapen. Iedere netelcel bestaat uit een afgesloten holte, waarin zich een spiraalvormig opgerolde draad gevuld met gif bevindt. Aan de buitenzijde bevinden zich gevoelige netelharen, welke prikkels kunnen waarnemen. Bij het aanraken van de tentakels zullen de cellen exploderen, waarna de draad als een harpoen in het slachtoffer wordt gedreven. Het gif zal de prooi verlammen, waarna deze via de slokdarm naar de maag zal worden getransporteerd.

Bloemdieren zijn weer te onderscheiden in achtstralige (Octocorallia) en zeststralige (Hexacoralia) bloemdieren. Tot de eerste klasse behoren in Nederland alleen de Dodemansduim. Als je deze in close-up bekijkt, kun je duidelijk 8 tentakels per steel tellen.

De zesstraligen (Zeeanemonen)hebben altijd zes, of een veelvoud daarvan tentakels rondom hun mondopening. (Tel maar na als je me niet gelooft). Het lijkt erop dat deze diertjes op een vaste plaats staan, maar niets is minder waar. Hun voet is eigenlijk een grote zuignap, en ze kunnen zich dus wel degelijk verplaatsen als er bijvoorbeeld onvoldoende voedsel aanwezig is. Verder zijn de dieren mannelijk of vrouwelijk. De voortplanting kan geslachtelijk (bij baksteenanemonen) plaatsvinden, maar ook ongeslachtelijk door het delen van een exemplaar of het vormen van knoppen, waar jonge exemplaren uit voort groeien.

De Zeeanjelier (Metridium senile) is, met zijn bloemkoolachtige uiterlijk, een van de veel voorkomende soorten op hard substraat. De kleur kan variëren van wit via geel/roze naar bruinachtig. De afmetingen zijn onder andere afhankelijk van het voedselaanbod, en er zijn exemplaren van wel 40-50 centimeter waargenomen. De voortplanting is ongeslachtelijk, waardoor vaak velden van haast identieke anjelieren ontstaan.

De Slibanemoon (Sagartia troglodytes) leeft vastgehecht op een harde ondergrond in het slib. Alleen de tentakelkrans is dus zichtbaar, maar deze hebben dan ook de meest fantastische kleuren. *Kijk bijvoorbeeld bij de Zeelandbrug eens op je gemak op die ´kale´ zandbodem, en verbaas je over de vele variëteiten die je hier kunt waarnemen. Op het moment dat de slibanemoon in een groepje identieke exemplaren bij elkaar staat, en ook nog eens stippen op de zuil heeft, betreft het de sierlijke slibanemoon. (S. elegans)

De Viltkokeranemoon (Cerianthus lloydii) leeft in een duidelijk waarneembare koker van slijm en modder. Rond de mondopening bevind zich een tentakelkrans van korte tentakels, aan de rand een tweede tentakelkrans met langere tentakels. De voortplanting is geslachtelijk.

Baksteenanemoontjes staan vaak in grote aantallen bij elkaar, wat weer duid op een ongeslachtelijke voortplanting door het afsplitsen van stukjes zuil. De naam danken ze aan hun baksteenachtige kleur. (Waarschijnlijk uit een tijd dat alle huizen nog dezelfde kleur baksteen gebruikten).

De Paardenanemoon is een soort, die we met enige regelmaat ook boven de waterspiegel aan kunnen treffen. Bij eb vind je dan kleine, gummiachtige donkerrode bolletjes op de dijk. Als het water weer opkomt, zal hij zijn tentakels weer uitspreiden. De voortplanting is geslachtelijk, uit het moederlichaam komen de kleine anemoontjes te voorschijn.

De bloemdiersoort die ik persoonlijk het meest aantrekkelijk vind zijn de Zeedahlia´s (Urticina felina), wat tevens onze grootste soort is. De prachtige, dikke tentakels zijn vaak schitterend gevlamd, met soms een streeppatroon. Het gebeurt vaak dat de ruimte om de mondopening bedekt is met zand en gruis.

Het voedsel van onze bloemdieren kan variëren van plankton tot vis, probeer dat je bosje tulpen maar eens voor te zetten?

* Vanwege stort staalslakken door RWS bestaat deze levensgemeenschap binnenkort niet meer.

 

Tekst en foto's John de Jong