BREDA - De Stichting Oosterschelde eist de onmiddellijke stopzetting van de stort van staalslakken in de Oosterschelde. De stichting vreest 'ernstige en onomkeerbare schade voor een uiterst belangrijk en waardevol natuurgebied'.
Die schade kan bestaan uit de teloorgang van bijzondere waterfauna en -flora en vissterfte. Volgens Rijkswaterstaat valt dat allemaal reuze mee. De dienst erkent dat er sprake is van enige schade, maar die zou zeker niet onoverkomelijk zijn. „En ook op lange termijn zijn de risico's verantwoord", zo hield landsadvocaat mr. F. Warendorf woensdag de rechtbank in Breda voor.
Stichting Oosterschelde heeft haar eis gedeponeerd bij de rechtbank in Middelburg, die de zaak heeft overgedragen aan de rechtbank Breda. Die streeft ernaar nog eind deze week een uitspraak te doen. Dat is geen overbodige luxe, want volgens de landsadvocaat is het werk al voor 95 procent klaar. „En bovendien is het voor de veiligheid niet verantwoord het werk niet af te maken."
Zeelandbrug
De staalslakken worden nu gestort onder andere bij de Zeelandbrug. Het zou gaan om 160.000 ton. Later zullen echter ook nog andere locaties in de Oosterschelde aan de beurt komen.
Rijkswaterstaat stelt dat de slakken nodig zijn om de zogenoemde vooroevers te versterken. Er zou daar sprake zijn van 'structurele erosie', die de stabiliteit van de waterkering in gevaar zou brengen. Volgens Rijkswaterstaat is er voor de stort helemaal geen vergunning vereist.
Ministerie
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat deelt dat standpunt. Volgens het ministerie worden dit soort slakken, afkomstig van hoogovens in Nederland, België en Duitsland, al tientallen jaren gebruikt in de Nederlandse weg- en waterbouw.
Het ministerie ontkent ook de vissterfte, die ontstaat door verlaging van de zuurgraad van het water door de slakken. „Eerder is gebleken bij storten in de Biesbosch dat verlaging van de zuurgraad door de getijstroming beperkt en tijdelijk is", aldus de staatssecretaris.
Stichting Oosterschelde houdt er een hard hoofd in. „In organismen zijn extreem hogere concentraties zware metalen aangetroffen."
BRON Nederlands Dagblad