Op 19 januari werd bij de Rechtbank te Breda het beroep van Sdo tegen het verwerpen van haar bezwaar behandeld.
Wat is er juridisch allemaal gebeurd?
Eind 2009 heeft SdO een verzoek tot handhaving van het Besluit bodemkwaliteit ingediend om te voorkomen dat er staalslakken zouden worden gestort in de Oosterschelde.
Dit verzoek werd op 11 januari 2010 afgewezen. Op 18 februari van dat jaar heeft SdO daartegen bezwaar aangetekend. Op 27 mei werd het bezwaar op het afwijzen van het verzoek tot handhaving ongegrond bevonden. Tegen die afwijzing ging SdO op 19 januari in beroep.
In haar pleitnota betoogde Sdo dat er sprake is van aantasting (verslechtering) van de waterkwaliteit. Uit recent onderzoek op een noodstortlocatie bij Schelphoek, blijkt dat bij vrijwel alle onderzochte zee-organismen een hoger gehalte aan zware metalen is aangetroffen.
Sdo heeft de rechtbank gewezen op onderzoeksrapportages van IMARES die medio februari 2011 beschikbaar zullen zijn. Uit die rapportages zal mogelijk blijken welke effecten door het storten van staalslakken zullen optreden en wat dit betekent voor natuur en voedselveiligheid.
SdO heeft beklemtoond dat gedegen onderzoek vóóraf moet plaatsvinden en niet achteraf, als er al grote hoeveelheden staalslakken in Ooster- en Westerschelde zijn gestort.
Op 2 maart is de uitspraak