Nieuws

Persbericht

15 February 2012

Dinsdag 14 februari diende het hoger beroep bij de Raad van State dat de Stichting de Oosterschelde heeft aangespannen tegen RWS vanwege het storten van staalslakken in de Oosterschelde.

De rechtbank in Middelburg had de stichting in het ongelijk gesteld, maar de stichting zag in deze uitspraak toch genoeg aanleiding om in hoger beroep te gaan.

Cruciaal is de vraag of er door RWS afdoende onderzoek is gedaan om er zeker van te zijn dat de staalslakken geen onherroepelijk milieuschade zullen veroorzaken.
Dat staalslakken uitlogen wordt door RWS niet bestreden, maar zij betogen dat deze uitloging binnen het Besluit bodemkwaliteit blijft en dat daarmee voldoende aannemelijk is dat er geen schade zal optreden aan het bodemleven.

Stichting de Oosterschelde heeft betoogd dat door accumulatie (ophoping in de voedselketen) wel degelijk schade aan de natuur kan optreden, ook al wordt aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit voldaan. Het rapport van IMARES waar beide partijen aan refereren geeft daar geen uitsluitsel over. De stichting meent dat, gezien het risico, de staalslakken tenminste moeten worden afgedekt. Gezien de grote natuurwaarden van de Oosterschelde acht de stichting het risico op milieuschade onaanvaardbaar. Het risico dat er uiteindelijk wel schade zou kunnen ontstaan, komt verder niet overeen met de zorgplicht die RWS volgens de wet ook heeft, ongeacht of er wel of niet een vergunning is verleend.
De uitspraak is over zes weken.



Foto: v.l.n.r externe deskundige en bioloog Mario de Kluiver, Ron Offermans van Stichting de Oosterschelde en  Advocaat Jan Eelco van Dijk van Vos & Vennoten Advocaten bij de Raad van State waar het hoger beroep diende tegen de stort van staalslakken in de Oosterschelde.